Erik van Noordenne is directeur/bestuurder bij Bouw- en Inframensen Zuid-Holland Zuid. Daarnaast is hij voor BOB-KOB plaatselijk directeur van de opleidingslocatie Dordrecht. Het is zijn droom om met Bouwmensen het aanspreekpunt te worden voor het lokale bedrijfsleven voor opleidings- en HR-vraagstukken.
“Het mooiste aan ons vak is dat we jongens en meiden helpen die aan een nieuwe fase in hun leven beginnen. Het is prachtig om jochies van 15 of 16 binnen te zien komen, die na twee jaar, met een diploma op zak als kerels weer vertrekken. Wij kunnen als beroepsonderwijs echt het verschil maken in de onderwijssprong en in het leven van mensen.”
“Wij hebben, op onze locaties in Hardinxveld en Dordrecht samen, ongeveer 150 jongeren van niveau 2 en 3 in dienst, die ervaring opdoen bij bouwbedrijven in de regio. Daarnaast hebben we zo’n 120 jongeren in de niveau-4-opleiding. Voor volwassenen hebben we de KOB-opleidingen Bouwmanagement en het Vakdiploma Aannemer en avondcursussen. Een mooi voorbeeld hiervan is de niveau-4-uitvoerdersopleiding waar bouwers na een aantal jaren werkervaring aan beginnen. Daardoor vormen we een team, met instructeurs, vmbo én mbo-onderwijs en het bedrijfsleven dat gastlessen komt geven. Ik denk dat dat de gouden formule is.”
“In Dordrecht gaan we nu ook hbo Bouw aanbieden. Daarmee kunnen we in onze regio de complete leerlijn in de bouwsector aanbieden, van vmbo, mbo-1,2,3 en 4 tot hbo. Waarbij de KOB een fantastische opleiding is voor high potentials met enkele jaren werkervaring die door willen groeien, maar die een duale hbo-opleiding te lang vinden duren.”
“In mijn onderwijsloopbaan is dit de eerste plek waar beroepsonderwijs, bedrijfsleven en de gemeente één plek vormen en waar jongeren worden opgeleid zoals het, in mijn ogen, zou moeten. Met de juiste focus op vaardigheden, social skills en mens worden, afgestemd op de behoefte op de arbeidsmarkt. Ik denk dat het beroepsonderwijs veel vaker kleinschalig moet worden georganiseerd in plaats van in leerfabrieken. Waarbij onderwijs en bedrijfsleven echt bij elkaar moeten gaan komen.”
“Wat mij betreft worden de ROC’s in Nederland weer opengebroken tot kleinere businessunits, die verplicht zijn om rechtstreeks verbonden te zijn met de markt, met opleidingen die relevant zijn op de arbeidsmarkt. Daarbij heeft de bouw in onze regio overigens, als een van de weinige bedrijfstakken, die samenwerking al goed geregeld. Dat komt door de cultuur van samenwerken, die van oudsher al aanwezig is. Daardoor heeft de bouw veel invloed op het onderwijs, waardoor nieuwe ontwikkelingen ook snel worden doorgevoerd in het onderwijs. Daar kunnen andere bedrijfstakken echt een voorbeeld aan nemen.”
“Mijn droom is dat wij ons als Bouwmensen ontwikkelen tot hèt regionale loket voor HR-vraagstukken. Bouwbedrijven zijn namelijk steeds vaker hun HR-beleid aan het professionaliseren. Zij erkennen dat HR een strategisch instrument is om te zorgen voor een goed opgeleid en toekomstbestendig personeelsbestand. Wij willen de regionale bedrijven daarbij gaan helpen, door gesprekspartner te worden bij HR-vraagstukken. Op kleine schaal doen we dat al, maar dat willen we de komende jaren uitbouwen zodat we bedrijven structureel gaan helpen met advies en ondersteuning.”
“In de bouw gaat het vaak over een tekort aan instroom. Maar ik zie gelukkig wel een groei in de techniekkeuzes en ik denk dat die groei ook gaat doorzetten. Ook omdat jongeren zien dat door corona veel bedrijfstakken stilvallen, terwijl de bouw gewoon doorgaat. Ook STO (Sterk Techniek Onderwijs) heeft een positieve invloed. Daarnaast zijn er gelukkig steeds meer meiden die de bouwkant op gaan.”
“Wat ik heel moeilijk vind om in te schatten is hoe de beroepen zich gaan ontwikkelen. Hebben we bijvoorbeeld straks nog steeds de traditionele beroepen, zoals timmerlieden? En welke verschillen ontstaan daarbij tussen de kleinere aannemers, die bijvoorbeeld restauratiewerk doen en kleinere klussen en de grotere bedrijven, die meer met prefab gaan werken.”
“Mijn hart ligt bij het beroepsonderwijs. Deze jongeren zijn, net als ik, echte doeners en het is mooi om mijn ervaring door te kunnen geven. Het is altijd weer prachtig als een leerling hier met een diploma weggaat en ons bedankt, omdat hij of zij een fijne tijd heeft gehad en een vak heeft geleerd waarmee hij volwaardig kan meedraaien in de maatschappij.”